Tussen de gemengde en voorzichtige commentaren op de staatsgreep die het einde van de Arabische lente in Egypte inluidde, sprong de reactie van de Christenunie er direct uit. De partij keurde het harde optreden van het leger niet goed, maar wilde het geen ‘staatsgreep’ noemen en richtte de aandacht vooral op de aanvallen van moslimbroeders op de koptische christenen.
In een reeks Kamervragen drong fractievoorzitter Arie Slob er bij minister van Buitenlandse Zaken Timmermans op aan dat hij de Egyptische overgangsregering zou aanspreken op bescherming van de kopten. Toen dat niet gebeurde, reageerde Kamerlid Joël Voordewind ‘teleurgesteld’: “De Christenunie zal zich blijven inzetten voor de bescherming en wederopbouw voor alle getroffenen maar in het bijzonder voor de koptische christenen die vogelvrij lijken te zijn.”
Van tolerantie naar islamkritiek
Het standpunt van de Christenunie lijkt op het eerste gezicht logisch: Nederlandse christenen komen op voor christenen in Egypte en nemen afstand van het islamisme van de Moslimbroederschap. Maar inhoudelijk en cultureel bestaan er tussen de kopten en de Christenunie grote verschillen. Met de Syrische, Ethiopische en Eritrese kerken vormen de kopten de oriëntaalse orthodoxie, die al sinds 451 een andere christologie heeft dan de oosters-orthodoxen, Rooms-katholieken en protestanten.
Daarnaast houden kopten er heel andere opvattingen over vrouwen en homo’s op na dan reformatorische christenen. Bovendien zien kopten zichzelf primair als Egyptenaren — wat het woord ‘kopt’ ook betekent — en minder als verbonden met andere christenen. De stellingname tegen de Moslimbroederschap en voor de kopten heeft dan ook evenveel te maken met de veranderende visie van de ChristenUnie op de islam en het Midden-Oosten: van tolerantie naar islamkritiek.
Rechts van het CDA
Om die verandering te kunnen begrijpen, moeten we terug naar de ontstaansgeschiedenis van de partij. Rond de millenniumwisseling besloten het gereformeerde GPV en de reformatorische RPF hun krachten te bundelen om een voluit christelijke beginselpartij te vormen als concurrent van het verwaterde CDA, dat zelfs moslims als lid en volksvertegenwoordiger toeliet. Beide partijen hadden zo hun eigen visie op de islam en het Midden-Oosten.
De RPF benadrukte vanouds meer het christelijke karakter van de overheid en wilde het christendom wel, maar de islam niet bevorderen. Het GPV was als orthodox-protestantse partij uiteraard niet voor de islam, maar benadrukte vooral de godsdienstvrijheid: als gereformeerden hun godsdienst mochten oefenen, dan moslims ook. Maar vooral over het Midden-Oosten verschilden de meningen: de RPF was sterk pro-Israël, terwijl het GPV de bezettingspolitiek van Israël uit volkenrechtelijk oogpunt afkeurde.
Gebedsruimte
Het accentverschil tussen beide partijen in de opstelling jegens de islam is al oud en laat zich goed illustreren met een concrete casus: de komst van een gebedsruimte in Veendam in 1984. Turkse moslims hadden daar geld bijeen gebracht voor een eigen gebedshuis, maar kwamen een bedrag tekort en vroegen daarom subsidie aan de overheid.
Bij de behandeling door de Provincie, die over deze aanvraag besloot, stemde GPV-Statenlid H.P. de Roos voor. Hij vond de islam weliswaar een gevaar, maar zag geen bezwaren in een aanvullende subsidie, omdat belijders van vreemde godsdiensten recht hebben op gelijke behandeling. RPF-Statenlid P. Langeler stemde tegen. Hij vond dat moslims zelf maar moeten betalen. Omdat de overheid Gods dienaresse is, mag die geen subsidies verstrekken aan organisaties die tegen het christelijke geloof ingaan. Het is een gradueel verschil: zowel GPV als RPF spreekt zich in de jaren negentig regelmatig uit tegen de islam, terwijl ze tegelijkertijd de vrijheid van godsdienst blijven benadrukken
Tolerantie
Bij de vorming van de Christenunie in 2000 wordt Kars Veling lijsttrekker. Hij is een sterk voorstander van godsdienstvrijheid voor de islam. Bij de verkiezingen van 2002, het jaar van Fortuyn, stelt hij dat een robuuste staat contrast tolereert:
Voor een goed functionerende staat is het nodig dat burgers veel met elkaar delen. Maar een robuuste rechtsstaat verdraagt ook verschillen. Dat zeg ik tegen allochtone Nederlanders met bijvoorbeeld een islamitische achtergrond. En ik betrek dit ook op mijzelf en op de positie van mijn partij.
Na de eerste verkiezingsnederlaag, het daarop volgende vertrek van Veling en de aanslag op Van Gogh in 2004 blijft dit de lijn van de Christenunie. In 2005 beweert de latere minister Tineke Huizinga nog dat de islam niet het probleem is bij criminaliteit en incidenten in de grote steden, maar dat het juist gaat om problemen van jongeren die worstelen met hun identiteit en daardoor een doelwit zijn voor criminelen en radicale terroristische organisaties.
Congres
Maar vanuit de achterban, die vaak wat conservatiever en traditioneler is dan de in partijtop in Den Haag, klinkt intussen gemor: “De mohammedanen zijn de vijanden van de christelijke religie,” aldus een partijlid op het uniecongres van 2005. Hij uit zijn onvrede, zoals RPF en GPV dat vanaf de jaren negentig regelmatig deden, over de groeiende invloed van de islam in de samenleving. Hij krijgt tegenspraak van een lid dat het gebod van naastenliefde aanvoert om gelijke rechten voor alle geloven in de samenleving te bepleiten.
Een ander lid wijst erop dat de belangen van christenen en moslims samenvallen in hun strijd voor godsdienstvrijheid, bijvoorbeeld in de bescherming van islamitisch en christelijk onderwijs. De partij blijkt dus intern verdeeld en geeft het bestuur de opdracht zich te bezinnen op de opstelling jegens de islam en andere niet-christelijke religies.
Regeringsdeelname
Op een congres dat volgt op deze opdracht, bevestigt partijleider André Rouvoet een jaar later het partijstandpunt, maar wel met een duidelijke veroordeling van radicaal islamisme: “Christelijke politiek tolereert principieel de aanwezigheid van de islam in Nederland. Tegelijk behoren moslims net als alle Nederlanders zich aan de eisen van de rechtsstaat te houden.
Tegen extremistische excessen moet worden opgetreden.” Maar lege kerken vindt hij erger dan de groei van de islam, zo stelt hij later: “Het lijkt me beter dat christenen zich richten op de vraag waarom het christendom zijn kracht aan het verliezen is dan op de vraag waarom er meer moskeeën komen.” Deze lijn houdt hij vast, ook bij deelname van de Christenunie aan het vierde kabinet-Balkenende. Als minister van Jeugd en Gezin treedt hij verzoenend op en gaat hij graag in gesprek met moslims over geloof en godsdienst. Tegenover de opkomst van de PVV stelt hij dat Nederland niet paranoide moet worden: niet elke moskeebezoeker is immers een radicale moslimterrorist.
Debat binnen de partij
Rouvoet doet die uitspraak tijdens een bijeenkomst in 2009. Dat is het jaar waarin de ChristenUnie zich ‘mengt in het islamdebat’ onder leiding van de nieuwe directeur van het Wetenschappelijk Instituut, het latere Kamerlid Gertjan Segers. Hij ziet het als zijn missie om achterstallig onderhoud te plegen op dit thema. Hij kent de islam en het Midden-Oosten na tien jaar Egypte van zeer nabij, vertelt hij in een interview. Waar de islam in de meerderheid is, heeft die volgens hem ‘bloody borders’ en moeite met het respecteren van minderheden.
Hij ziet met lede ogen aan dat Wilders vanaf 2006 de anti-islamitische sentimenten in Nederland mobiliseert. Hij organiseert een congres over het thema met moslima Fatima Elatik als gast. Daar wordt het verschil met de islam in een lastige discussie zwaarder aangezet. Oud-Kamerlid Leerling, altijd al gekant tegen cultureel en religieus relativisme, geeft stem aan het gevoel van onbehagen dat leeft in de achterban: “Ik weet niet beter dan dat islam onderwerping betekent. De islam heeft een dubbele agenda”.
Voorwaarden voor vrede
Segers organiseert dat jaar naast het congres een tour met gesprekken in het land en schrijft dan de lijvige islamnota Voorwaarden voor vrede. Het is volgens Segers “een uitgestoken hand naar iedereen die erbij wil horen en een pedagogische tik voor iedereen die dat niet wil.” Immigratie van Marokkanen en Turken heeft volgens hem ‘gevoelens van verlies, vervreemding en zorg voor de toekomst’ veroorzaakt:
Wie niets met religie heeft, vreest de terugkeer ervan en maakt zich zorgen om de vrijheid van meningsuiting, moslim-immigranten voelen zich tweederangsburgers en veel christenen zien het islamdebat als bewijs dat Nederland van God los is.
Segers vindt dat moslims zich onvoldoende aanpassen: ze moeten de waarden van de westerse samenleving omarmen, anders kunnen ze nooit goed integreren. En zonder integratie valt de maatschappij uit elkaar. De toon is gezet: moslims vormen een bedreiging, ook de gematigde, niet-islamistische moslims.
Verkiezingen
Tijdens de campagne voor de Gemeenteraadsverkiezingen begin 2010 valt Tweede Kamerlid Arie Slob in voor lijsttrekker Rouvoet, die ministeriële verplichtingen heeft. Op het thema islam laat hij zich de kaas van het brood eten door Geert Wilders, die hem vraagt om klare wijn te schenken over de verhouding met het christendom. Slob reageert:
“Ik zie in Nederland, we hebben ongeveer een miljoen islamieten, ik vind dat we die niet zomaar buiten de samenleving kunnen plaatsen. En als men buiten de Nederlandse rechtsstaat gaat, wie het ook is, een islamiet, een christen, wie dan ook, dan moeten we die aanpakken.” — Wilders: “U beantwoordt mijn vraag niet, meneer Slob. Is de islamitische cultuur gelijk aan de christelijke cultuur? Geeft u eens antwoord op mijn vraag!” Slob: “We moeten mensen niet tegen elkaar uitspelen.”
Daarmee verkondigt hij het traditionele tolerantiestandpunt van de partij, maar er blijft een ander beeld hangen: uitgerekend Slob lijkt als christen geen antwoord te hebben op het politieke probleem van de islam.
Formatie
De kiezer is er niet blij mee. De verkiezingen in 2010 eindigen na succesvolle kabinetsdeelname en hooggespannen verwachtingen in een teleurstelling: de Christenunie verliest een aantal raadszetels en een Kamerzetel. In de formatie distantieert de Christenunie zich vervolgens van het CDA, dat bereid is met de VVD te regeren in een gedoogconstructie met de PVV, stilzwijgend gesteund door de SGP.
Rouvoet stelt, in lijn met het christelijk-sociale programma, een alternatieve coalitie voor met D66. Senator Egbert Schuurman, die eerder opriep tot een moreel en cultureel pact tussen christenen en moslims, waarschuwt zelfs voor geweld bij deelname van de PVV aan de coalitie: “Dat komt omdat de partij mensen op grond van verschillen in religies tegen elkaar opzet. Over tien jaar hebben we spijt dat we niet op tijd hebben gesproken.” Deze uitspraken drijven een diepe wig tussen de Christenunie en de SGP, die voor de gedoogcoalitie is. De mannenbroeders willen een jaar lang niet meer samenwerken in de Eerste Kamer.
Evaluatie
De uitspraken tegen de PVV voeden ook de wrevel die in de partij gewekt is tegen de te tolerante partijtop. Rouvoet stapt begin 2011 op, temidden van speculaties over een te linkse koers van de partij. In de analyse van de verkiezingen blijkt dat de Christenunie vooral flink verloren heeft in gemeenten waar de partij tot 2010 een stabiele basis had, zoals Putten en Oldebroek. De Christenunie-stemmers lijken te zijn overgelopen naar de PVV.
Bovendien lijken CDA-kiezers elders ook over te lopen naar de PVV en VVD en niet, zoals gehoopt en verwacht, naar de Christenunie. Op het congres in mei 2011 vindt de evaluatie plaats. De achterban mist een duidelijk standpunt jegens de islam en vindt de voorkeur van Rouvoet voor een coalitie met het ‘antichristelijke’ D66 boven de PVV onbegrijpelijk. De leden dwingen met een motie over de ‘gelijke behandeling’ van de PVV af dat de partijleiding Wilders niet meer bij voorbaat uitsluit van regeringsdeelname.
Christendom superieur
Intussen heeft de Christenunie een ideologisch antwoord gevonden op de aanvallen van de PVV. In een debat met Machiel de Graaf stelt lijsttrekker voor de Eerste Kamer Roel Kuiper, partij-ideoloog en traditioneel aanhanger van de gedachte van een christelijke overheid, dat het christendom superieur is aan de islam. De islam schat de persoon van Jezus Christus namelijk verkeerd in door hem niet als de verlosser te zien. De westerse wereld doet dat wel.
Daardoor hebben begrippen als vergeving en liefde een centrale plaats in de westerse cultuur ingenomen, in tegenstelling tot de islamitische cultuur. Met die gedachte opent Kuiper ook de weg voor toenadering tussen SGP en Christenunie in de senaat, waarover begin 2011 overleg plaatsvindt. Dat is ook politiek van belang, want elke zetel telt bij deze Eerste Kamerverkiezing, die een ingewikkelde puzzel vormt. Onderhandeling over stemmen met de SGP kan een meerderheid voor de gedoogcoalitie van VVD, CDA en PVV opleveren.
Islamkritiek
De partijtop heeft ook goed geluisterd naar de achterban. In de nadagen van de gedoogcoalitie is er weinig meer over van de antipathie tegen de PVV. Dat blijkt in Bunschoten-Spakenburg, waar de Christenunie de grootste partij is. In 2010 leed de partij er een gevoelig verlies, terwijl de lokale PVV-variant won. Segers zegt daar op een bijeenkomst over de islam: “De Christenunie is de partij van de vrijheid“. Hij benadrukt weer het ‘cruciale’ verschil tussen christendom en islam.
Het eerste en grote verschil is, dat voor christenen Jezus centraal staat: door zijn dood en opstanding is er verlossing, en de islam ontkent dit. Daarnaast heeft het christendom geen politieke achtergrond, terwijl de islam wel een politiek programma heeft. Het probleem is volgens Segers dat de islam wil heersen: in de westerse wereld is de islam een minderheid, en daar moeten moslims mee leren leven. Voor de Spakenburgse PVV van Peter Frans Koops is het niet genoeg, maar het komt een eind in de richting.
Opnieuw verkiezingen
Als de campagne voor de verkiezingen van 2012 losbarst, is de draai voltooid. De Christenunie verwijt Wilders nu zelfs dat hij de islam als politiek thema laat liggen, omdat hij zijn pijlen op de EU richt. Daardoor dreigt het politieke debat over religie in Nederland te verstommen. “Wilders agendeerde een belangrijk thema”, aldus Gert-Jan Segers, die en passant stelt dat “sommige stromingen binnen de Nederlandse islam een risico voor de maatschappij” vormen.
De Christenunie richt zich in haar standpunten over buitenland- en immigratiebeleid ook steeds meer op de islam, die Israël bedreigt en de oosterse christenen vervolgt: “Het Midden Oosten staat in brand. Naast de massaslachtingen in Syrië is er ook in Israël sprake van een oplopend conflict, en de positie van minderheden in Egypte verslechtert.” Het levert vooralsnog niet het gewenste resultaat op: ook in 2012 verliest de Christenunie licht. Maar de achterban mort deze keer niet.
Beste vrienden
De oproep tot verdediging van de kopten aan de interimregering, terwijl het leger Morsi gevangen houdt en honderden moslimbroeders arresteert en zonder vorm van proces liquideert, past naadloos in de nieuwe positie van de Christenunie. Waar de erfgenaam van RPF en GPV oorspronkelijk een genuanceerd standpunt over het Midden-Oosten had en op grond van het tolerantieprincipe pleitte voor gelijke rechten voor gelovigen en ongelovigen, wordt na 2010 essentialistische islamkritiek dominant onder druk van de electorale concurrentie, een achterban die duidelijkheid eist en een ideologische heroriëntatie.
Het christendom, de bakermat van de Westerse beschaving, is volgens de partij superieur aan de inherent gewelddadige islam, die domineert in het Midden-Oosten. Israël en de oosterse christenen zijn als minderheden slachtoffer en verdienen bescherming; moslims die in het westen een minderheid vormen, moeten zich hier aanpassen. De Kor’an zegt tegen gelovige moslims: uw beste vrienden zijn christenen. Van je vrienden moet je het maar hebben.
Jasper Klapwijk is zelf lid van de PvdA en ziet wel wat in het idee dat mensen in een rechtsstaat gelijke rechten hebben, ook op het gebied van het belijden van een godsdienst. Van deze longread verscheen een ingekorte versie in het Nederlands Dagblad van 11 september 2013 en in het oktobernummer van De Linkerwang.
In Bunschoten-Spakenburg, waar de Christenunie in 2010 een gevoelig verlies heeft geleden aan de lokale PVV-variant ? Heb je hier onderzoek naar gedaan? Ik heb hier nog nooit iets over gehoord, want de lokale pers doet dit soort onderzoeken niet. Of is het een aanname van jou?
Groetjes PF Koops
Het is een aanname, Peter Frans. De Christenunie verloor bij de gemeenteraadsverkiezingen ten opzichte van 2006, een goed verkiezingsjaar waarin bijna 40% gehaald werd, 5,1 procentpunt. Dat is een achtste van de stemmen. De SPV haalde in 2010 5,7%. Uiteraard kun je niet zeggen dat deze kiezers één-op-één overgegaan zijn. Maar het is op zijn minst opvallend dat VVD, CDA en CAP winnen; alleen BB en CU verliezen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 verliest de CU ook, zij het slechts 1,8 procentpunt ten opzichte van 2006, terwijl de PVV wel fors wint: 11,4 procentpunt.
Ok dank voor je reactie, ik denk dat een redelijk grote groep stemmers op me gestemd hebben na mijn royement uit BB. Ik schrijf hier uitgebreid over in mijn boek. Dit staat denk ik los van islam en pvv zaken. Ik doe namelijk meer dan islam in ons mooie dorp. Maar natuurlijk zal het pvv imago van de svp ertoe hebben bijgedragen dat wij het hebben gered en dat BB verdween, ik geniet hier nog elke dag van. Tot ziens
Ik zal je zeker niet ontzeggen dat de SPV meer doet dan de islam. Feit blijft dat de Christenunie ook bij de Tweede Kamerverkiezingen verliest en, wat erger is, niet profiteert van het enorme verlies van het CDA (van bijna de helft naar een derde van de stemmen).