Als de PvdA verliest, klapt het kabinet

Gisteren stelde Diederik Samsom, vol in de campagne, dat hij zich niet richt op peilingen, maar op de uitslag. Daar nam hij meteen maar een voorschot op: “…het zou raar zijn om lokale verkiezingen een landelijke impact te laten hebben en bijvoorbeeld de coalitie te veranderen.”

D66 en PvdA

Dat lijkt meer een bezweringsformule dan een eerlijk verhaal. Landelijke politiek speelt immers een grote rol in de gemeenteraadsverkiezingen. Dat is andersom ook het geval en dat blijkt ook uit het verleden: er zijn eerder kabinetten gevallen na desastreus verlopen gemeenteraadsverkiezingen.

Rottenberg
Vandaag stelde Samsoms partijgenoot Felix Rottenberg in een interview met de Vlaamse krant De Standaard dan ook dat de lokale uitslagen voor de PvdA wel degelijk landelijke impact zullen hebben. Hij voorspelt dat de PvdA in Amsterdam de koppositie verliest — de keuze voor Hilhorst als lijsttrekker noemde hij een ‘inschattingsfout’ — en dat dit politieke gevolgen voor de coalitie zal hebben.

D66 zal volgens Rottenberg in Den Haag willen afrekenen met de PvdA en dus veel meer eisen gaan stellen in ruil voor de gedoogsteun aan de coalitie. Geen onwaarschijnlijk scenario, gezien de geschiedenis.

Kabinetscrises

Sinds de Tweede Wereldoorlog is het kabinet vier keer binnen een half jaar na de Gemeenteraadsverkiezingen gevallen. Daarbij was de PvdA driemaal betrokken. Na een desastreus resultaat van de PvdA bij de Gemeenteraadsverkiezingen van 1958 viel het kabinet Drees II.

In 1966 gebeurde dat bij het kabinet-Cals, weer na zwaar verlies voor de PvdA. Ook Paars II viel, zij het niet zozeer door de verkiezingsuitslag, na de Gemeenteraadsverkiezingen van 2002. Het enige kabinet zonder PvdA-deelname dat strandde na de Gemeenteraadsverkiezingen was Balkenende II in 2006, nadat D66 een ongenadig pak slaag had gekregen.

Coalitie
In alle gevallen dat coalitiepartijen verloren, is er sprake van spanningen in de coalitie rond de Gemeenteraadsverkiezingen. Die spanningen zijn heviger naarmate de uitslagen van de coalitiepartners meer verschillen. Als de verschillen klein zijn, omdat alle coalitiepartijen stevig verliezen, overleeft het kabinet wel. De partijen klampen zich dan als het ware aan elkaar vast, om te voorkomen dat ze bij landelijke verkiezingen afgeslacht worden.

Maar als één van de coalitiepartners veel sterker verliest dan de anderen, dan draaien de andere coalitiepartijen de duimschroeven van de verliezer aan, waardoor binnen de verliezende coalitiepartij verdeeldheid ontstaat. Dat gebeurde bij de val van Cals en bij Balkenende II.

Oppositie

Bij de val van het kabinet is natuurlijk ook het resultaat van de oppositie van belang. Als de oppositie bij de Gemeenteraadsverkiezingen veel wint, wordt de oppositie feller. Als de coalitie verliest, is winst van de oppositie niet gegarandeerd: lokale partijen kunnen immers ook winnen bij gemeenteraadsverkiezingen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de Raadsverkiezingen van 1982 en 1986.

Oppositiepartijen proberen, als ze lokaal winnen, meer voor elkaar te krijgen bij een verzwakte coalitie. Ook dat leidt tot spanningen in de coalitie: hoeveel geef je toe? Bovendien heeft de oppositie bij lokale winst veel belang bij landelijke verkiezingen. Ze steken daarom waar mogelijk een stok in de wielen van het kabinet.

Steden
Het scenario van een kabinetscrisis is, gezien deze voorwaarden, niet onwaarschijnlijk. De coalitie is door gebrek aan steun in de Eerste Kamer instabiel, waardoor de oppositie veel invloed heeft. Die groeit verder als de PvdA veel verliest bij de Gemeenteraadsverkiezingen. Daar ziet het wel naar uit.

In Amsterdam staat de PvdA op een verlies van vijf zetels. In Utrecht was de PvdA al niet de grootste partij meer; D66 en GroenLinks strijden daar om de koppositie en de PvdA zakt verder weg. In Den Haag lijkt de PVV te winnen; in Rotterdam Leefbaar. Als de PvdA in deze bolwerken echt zo veel verliest als verwacht, zal de uitslag desastreus zijn.

Kabinetscrisis
De enige hoop voor het kabinet is dat de VVD ongeveer evenveel verliest als de PvdA; de partijen hebben dan beide geen belang bij een crisis. Maar de oppositie zal waarschijnlijk winnen — en dan met name gedoogpartij D66, die de PvdA het vel over de neus zal proberen te halen in de begrotingsonderhandelingen.

D66, CDA en SP hebben afgelopen jaar bovendien weinig compassie getoond met de coalitie: ze dienen moties van wantrouwen in, of steunen die van anderen. Het lijkt bij toenemende spanningen in de coalitie een kwestie van tijd voordat er één aangenomen wordt die leidt tot de val van het kabinet. In het verleden duurde het na lokale afstraffingen gemiddeld vier maanden voor het zo ver was.

Jasper Klapwijk is ex-PvdAlid, maar ziet dat als een tussenfase. Deze blogpost vormde de basis voor het gesproken commentaar vandaag bij Dit is de Dag op Radio 1.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s