Dat BILD een grote primeur had, bleek wel uit het kanaal waarop het nieuws binnenkwam: via Reuters. Het was ook niet niks. De Duitse overheid verwacht veel meer vluchtelingen dan tot nu toe aangenomen: anderhalf tot zeven miljoen. Een eerdere voorspelling ging uit van achthonderdduizend tot een miljoen, wat vergeleken met de instroom van ruim 230.000 asielzoekers in 2014 al erg hoog leek.
De status van de nieuwe prognose bleef mistig, want de bron van BILD was anoniem: het zou gaan om een interne memo. De Duitse overheid verklaarde in een officiële reactie op het grote nieuws dat ze van niets wisten en vasthielden aan de oude prognose. Hoe zit het nu precies?
Instroom
Dat de Duitse overheid struisvogelpolitiek bedrijft, behoeft nauwelijks betoog. Vluchtelingen aan de grens tegen proberen te houden of terugsturen naar de oosterburen was in de nadagen van de zomer nauwelijks een optie, maar iedereen onvoorwaardelijk welkom heten was achteraf misschien toch niet zo verstandig. Er komen nu in ieder geval veel meer mensen binnen dan verwacht.
De regering van Merkel houdt vast aan het mantra “Wir schaffen das”. Maar daar lijkt het niet echt op. De stemming van de eerst zo himmelhoch jauchzende bevolking slaat om: hulpverleners zijn al zum Tode betrübt over de erbarmelijke omstandigheden in de noodopvang en de toenemende spanningen in asielzoekerscentra.
Crisis
Intussen blijven vluchtelingen massaal over de grens komen, legaal en illegaal, terwijl de registratie stokt en zo steeds meer problemen ontstaan. Dat niemand meer weet hoeveel mensen er nu precies binnenkomen, voedt het idee van een vluchtelingencrisis. Veel mensen maken zich zorgen. Er zouden wel eens heel veel meer vluchtelingen binnen kunnen komen dan gedacht; verhalen over een asieltsunami horen we immers al langer.
Dat de overheid enorme aantallen immigranten verwacht, zegt niet zo veel. Vorig jaar nog voorspelde staatssecretaris Teeven oog in oog met Sven Kockelman dat er in Nederland 65.000 asielzoekers — “een middelgrote provinciestad als Voorburg” — binnen zouden komen. Hij zat er faliekant naast: er kwamen veel minder asielzoekers naar Nederland in 2014. Zijn prognose bleek te berusten op extrapolatie van een momentopname op een piek en op verkeerde aannames.
Aanname
Zoiets kan ook aan de hand zijn in Duitsland. Bij de uitgangspunten voor de prognose van anderhalf tot zeven miljoen zijn namelijk wel wat kanttekeningen te plaatsen. Uit de berichtgeving van BILD over het geheime rapport wordt duidelijk dat de overheid verwacht dat elke asielzoeker die een verblijfsvergunning krijgt vier tot acht familieleden laat overkomen.
Omdat de gezinsgrootte in de landen van herkomst hoog is, moet het aantal asielzoekers dus met vier tot acht vermenigvuldigd worden. Een nogal ruwe schatting, maar zelfs een factor vier lijkt me aan de hoge kant. Er is namelijk een aantal redenen om te denken dat er niet zo veel mensen zullen nareizen als verondersteld in de geheime overheidsprognose.
Demografie
De landen waaruit de nu binnenkomende asielzoekers afkomstig zijn, hebben inderdaad een andere gezinssamenstelling dan de meeste Europese landen. In Eritrea bestaat een gemiddeld huishouden uit vijf tot zes personen, in Irak en Syrië uit zes à zeven, en in Afghanistan zelfs meer dan zeven. Maar dat zegt weinig over het aantal mensen dat naar Europa komt.
De meeste Europese landen verlenen alleen het kerngezin van statushouders zonder procedure toegang: echtgenoten en minderjarige kinderen. Dat geldt ook voor Duitsland. De meeste mensen die daar nu asiel aanvragen, komen uit Syrië. Daar is het vruchtbaarheidscijfer veel lager dan in andere landen in het Midden-Oosten en Oost-Afrika: vrouwen krijgen gemiddeld twee tot drie kinderen. Huishoudens zijn wel veel groter omdat ook andere familieleden in de gezinnen worden opgenomen. Maar neven en nichten en opa’s en oma’s krijgen niet zo maar een visum.
Ervaring
Dat het aantal gezinsherenigingen niet zo hoog zal zijn als de Duitse overheid verwacht, is ook om een andere reden logisch. Niet alle asielzoekers die een status krijgen, laten familieleden overkomen. Sommige asielzoekers komen al met hun gezin binnen, en hebben dus geen hereniging nodig. Andere asielzoekers hebben geen gezin meer: door de oorlog zijn mensen overleden of het contact kwijt. Vanwege het hoge risico ondernemen bovendien vooral alleenstaande en kinderloze mannen de reis.
De asielzoekers die in Duitsland aankomen, hebben daarom relatief minder kinderen dan mensen in het land van herkomst of vluchtelingen die in de regio blijven. En een verblijfsvergunning leidt ook niet altijd tot gezinshereniging omdat statushouders weer vertrekken: terug naar de regio of naar een ander Europees land. Tot slot krijgen familieleden niet direct een visum.
Ervaringsgegevens
Dat er minder mensen nareizen dan gedacht, blijkt ook uit ervaringsgegevens. Voor Nederland heeft immigratiecijferaar Flip van Dyke al eens voorgerekend dat je het aantal eerste asielaanvragen met een factor 1,35 moet vermenigvuldigen om tot het aantal verstrekte verblijfsvergunningen inclusief nareis te komen; bij lange na niet de factor vier of acht uit BILD.
Dat blijkt ook uit de cijfers van het Bundesamt für Migration und Flüchtlinge over 2014. Het aantal asielaanvragen van Syriërs is vorig jaar ten opzichte van 2013 sterk gestegen. Vrijwel niemand die asiel aanvroeg, werd afgewezen. Maar het aantal nareizende familieleden uit Syrië bleef beperkt. Serviërs, die veel kleinere gezinnen hebben dan Syriërs, zorgden vorig jaar relatief voor veel meer immigratie. De nareis blijft tot nu toe ook in 2015, bij een exponentieel groeiende instroom, beperkt tot enkele duizenden.
Bron: BAMF, Das Bundesamt in Zahlen 2014 en Statistisches Bundesamt, Ausländerzentralregister
Duitsland
De angstbeelden van een asieltsunami leiden in Duitsland al tot discussies over de houdbaarheid van het asiel- en immigratiesysteem. BILD molk het eigen verhaal nog eens uit door te berekenen hoeveel voorzieningen er wel niet nodig waren om anderhalf miljoen vluchtelingen op te vangen — wat al snel leidt tot de conclusie ‘onhoudbaar’.
Bondsdaglid voor de CSU Johannes Singhammer hield al een pleidooi voor beperking van de mogelijkheden tot gezinshereniging bij een verwachte nareis van zeshonderdduizend familieleden, gebaseerd op een geschatte instroom van tweehonderdduizend Syrische asielzoekers met gemiddeld drie gezinsleden.
Ruwe schattingen
Elders in Europa slaat de paniek ook toe: volgens een door anonieme bronnen aan The Times gelekt geheim document beraadt de EU zich op gedwongen terugkeer van honderdduizenden vluchtelingen — alles om erger te voorkomen. Maar voor wilde speculaties over een asieltsunami als gevolg van gezinshereniging is weinig grond.
Media en politici maken al te ruwe schattingen op basis van drie slagen in de lucht: zowel de instroom, het aantal verblijfsvergunningen als het aantal nareizende familieleden is onbekend. Er is evenwel geen reden voor optimisme. Juist onduidelijkheid over het aantal vluchtelingen versterkt het idee van onbeheersbaarheid. Burgers vrezen dat de overheid hen in de steek laat en de zaak niet in de hand heeft.
Grote zorgen
Dat er veel asielzoekers binnenkomen is wel duidelijk: genoeg om opvang en registratie vast te laten lopen. Dat is al even aan de hand in Duitsland, maar het gebeurt nu ook in Nederland, waar de regering over bezwaren van dorpelingen in Oranje heen walst om vluchtelingen tijdelijk onderdak te kunnen bieden. Soms breekt nood wet, maar het lijkt me verstandig om het hoofd koel te houden en wat meer rekening te houden met grote zorgen — al blijken die achteraf misschien ongegrond.
Jasper Klapwijk wil een meldpunt wilde speculaties voor journalisten en politici die bevangen raken door asielpaniek.
Een gedachte over “Wilde asielverhalen”