Het begon met buurtbarbecues en een budget voor wat meer groen in de wijk, met een paar windmolens en wat energiepanelen, en buurthuizen in zelfbeheer in de jaren negentig. Anno 2020 zijn er honderden initiatieven rond duurzaamheid en energie, stadslandbouw, wonen, welzijn en zorg. Wijk-, buurt- en dorpscoöperaties steken steeds vaker de kop op.

Er is sprake van een nieuwe coöperatieve golf die de wereld van wonen, zorg en welzijn op zijn kop zet. De gemeenschap komt aan tafel doordat actieve bewoners samen bepalen hoe hun leefomgeving eruit ziet: waar ze wonen, met wie, wat ze met elkaar ondernemen, hoe ze voor zichzelf en voor elkaar zorgen. Daarmee dagen ze professionals uit om anders te gaan werken.
initiatief
Het begon met leuke dingen voor buurtbewoners in de wijk, maar inmiddels zijn er zevenhonderd initiatieven rond duurzaamheid en energie, honderden initiatieven rond stadslandbouw en achthonderd initiatieven op het kruispunt van wonen, welzijn en zorg. De eerste wijk-, buurt- en dorpscoöperaties steken inmiddels de kop op. Bewonersinitiatief zet wonen, zorg en welzijn op zijn kop door de relatie tussen overheid en markt te veranderen vanuit de gemeenschap. Actieve bewoners bepalen samen hoe ze oud worden: waar ze wonen, met wie, wat ze met elkaar ondernemen, hoe ze voor zichzelf en voor elkaar zorgen. Daarmee dagen ze zorgaanbieders, de gemeente en zorgverzekeraars uit om anders te gaan werken.
decentralisatie
Na de decentralisatie van overheidstaken in de zorg die in 2015 werd uitgevoerd, is de gemeente verantwoordelijk geworden voor huishoudelijke hulp, begeleiding en een deel van de persoonlijke verzorging aan ouderen, en bovendien voor ondersteuning van jongeren. Doel van de decentralisatie van zorgtaken door de overheid was een betere aansluiting van zorgaanbod bij de behoeften van burgers en een besparing van de kosten. In de Wmo wordt daarom uitgegaan van een omkering: burgers moeten primair voor zichzelf en voor elkaar zorgen. Alleen wie niet voor zichzelf kan zorgen en geen hulp kan mobiliseren, kan een beroep doen op collectieve voorzieningen. Participatie wordt dan ook vaak gezien als een doekje voor het bloeden: het geld is op en de burgers moeten het zelf maar uitzoeken.
aanvullend
Bewonersinitiatieven passen perfect in dat plaatje: ze maken zelfhulp makkelijker en ze bevorderen inzet van vrijwillige hulp aan mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Dat is geen toeval. Actieve bewoners anticiperen op een afname van toegankelijk collectief zorgaanbod en nemen daarom initiatief voor de vorming van buurthulp, stadsdorpen en zorgcoöperaties. Veel initiatieven komen mede tot stand door en op initiatief van de overheid die wil terugtreden. Toch zien de overheid en aanbieders van wonen en zorg bewonersinitiatief nog niet als de primaire vorm van zorg en welzijn. Reguliere zorg is formeel: uitvoering van een publieke taak door gecontracteerde en geregistreerde professionals. Onderlinge zorg en hulp van bewoners is informeel.
kanteling
In werkelijkheid is dit een omkering van de leefwereld van de bewoners. Burgers regelden hun zorg traditioneel al zelf. Mantelzorg en onderlinge hulpverlening in vrijwilligersorganisaties zoals sportclubs, kerken, ouderenbonden, bewonerscommissies en buurthuizen bestond al ver voor de ‘kanteling’ in het sociale domein. Wat wel verandert: de verzuiling maakt plaats voor integratie in de wijk en de buurt. Bewoners hebben daarnaast steeds meer technische mogelijkheden gekregen om voor zichzelf te zorgen. Met zelfdiagnostiek en monitoring zijn burgers hebben bewoners veel meer grip op hun gezondheid. Bewoners zijn ook veel mondiger en actiever geworden: ze nemen niet meer aan wat de overheid of professionals zeggen. De informele zorg is dan ook al lang de primaire vorm van zorg. Juist de uitvoering van zorgtaken door de overheid is aanvullend.
basis
De basis is dus de bewoner. Dat besef leeft niet alleen bij actieve bewoners, maar ook bij professionals in de gemeente, de zorgverzekeraars en het Rijk. De kracht van bewonersinitiatieven is dat ze vraag en aanbod op het niveau van de buurt bij elkaar brengen, en zo overheid en markt verbeteren. Ze plaatsen naast de onzichtbare hand van de markt en naast de sterke arm van de overheid het hart van de gemeenschap. Als dat hart klopt, gaan actieve bewoners elkaar helpen, niet alleen door onderlinge burenhulp en mantelzorg, maar ook door activiteiten en evenementen in de buurt te organiseren, samen de woon- en leefomgeving in te richten en door samen zorg in te kopen. Dat doen ze waar mogelijk samen met de professionals ‘op de werkvloer’.
vitale wijk
Zo ontstaan nieuwe vormen van wonen en zorg die traditonele aanbieders van zorg en woningen uitdagen, nieuwe aanbieders inspireren, en bewoners beter maken. Er ontstaan vitale en gezonde wijken, waar bewoners eigenaar zijn van de voorzieningen en de infrastructuur van de wijk. Ze organiseren en mobiliseren hun medebewoners en lossen daarmee ook veel problemen in de wijk op. Dat wil niet zeggen dat ze formele zorg overbodig maken: die aanvulling blijft nodig en wordt door initiatieven van actieve bewoners veel beter, omdat hun aanbod beter aansluit op de behoeften van de bewoners. De behoefte aan zorg neemt dan ook niet af, maar eerder toe als bewoners actiever worden: formele zorg wordt effectiever omdat het bijdraagt aan positieve gezondheid.
informele zorg
Nu al tonen actieve bewoners met initiatieven in wonen, welzijn en zorg aan dat zij oplossingen kunnen bieden om voorzieningen in hun wijk of dorp overeind te houden. Niet door de billen van de buren te wassen, maar door als buren samen de professionals in de wijk aan te sturen. Actieve bewoners hebben daarbij niet zelf, maar samen het heft in handen. Professionals werken in zulke initiatieven niet met een mandaat van de overheid, maar van de gemeenschap. De bewoner is niet langer de klant, maar de bestuurder van de professional. De professional neemt uitvoerend werk over van bewoners, waardoor bewoners meer plezier beleven aan hun bijdrage. Bewoners nemen op hun beurt tijdrovende activiteiten over van professionals, die daardoor veel meer autonomie krijgen.
expertise
Ideaal natuurlijk, maar kunnen actieve bewoners wel inschatten wat de zorgvraag van kwetsbare medebewoners precies is? En zijn bewoners samen wel in staat om zich zo te organiseren dat ze professionals goed kunnen laten werken? Het lonkende perspectief is samenwerken op basis van gelijkwaardigheid, ieder vanuit zijn eigen expertise. Van actieve bewoners kun je geen triage verwachten, en professionals kunnen geen tijd besteden aan ‘oneigenlijke’ taken. Een professional heeft expertise die bewoners niet hebben: met name in lijfgebonden zorg en voorbehouden handelingen. Andersom kunnen bewoners veel meer persoonlijke aandacht geven dan professionals, en nemen ze dus een deel van het sociale werk over.
bijdrage
Mensen die participeren, blijven in beweging, kunnen samen meer en zijn gelukkiger dan mensen die niet actief zijn. Dat geldt voor vitale mensen, maar ook voor mantelzorgers die onder druk staan. Mantelzorgers ondervinden minder belasting als mensen via bewonrsinitiatief een netwerk rondom zorgvragers vormen en hen taken uit handen nemen of respijtzorg bieden. Maar ook mensen met een zorgbehoefte zelf hebben baat bij activiteit: ze zijn gezonder als ze in beweging blijven en een zinvolle bijdrage kunnen blijven leveren in hun directe omgeving, hoe klein die misschien ook lijkt. Actieve bewoners zorgen voor zichzelf en voor elkaar, en ze helpen professionals beter zorgen voor anderen.
samenwerken
Actieve bewoners zullen niet snel betrokken zijn bij specialistische klinische zorg, maar eerder in bemiddeling rond zelfzorg en burenhulp. Ze spelen vooral een grote rol in de nuldelijnszorg, bij preventie, respijtzorg, burenhulp, woondiensten en in de samenwerking met de eerstelijnszorg, waarin de huisarts en wijkverpleegkundige een hoofdrol spelen. Ze opereren met een sociaal werker, ouderenadviseur of dorpsondersteuner; vaak vanuit een (sociaal) wijkteam. De vraag is hoe actieve bewoners nog meer kunnen bijdragen aan wonen, welzijn en zorg in de buurt: in zorg voor elkaar, samen zelfstandig wonen, vroegsignalering. Maar even belangrijk is de vraag hoe ondernemers en professionals beter kunnen samenwerken met bewoners.