Geen voorrang meer

“We willen af van de situatie waarin mensen die op een wachtlijst staan voor een huurwoning verdrongen worden door vluchtelingen,” zei premier Rutte vorige week bij de toelichting van de kabinetsplannen voor de opvang van het groeiende aantal asielzoekers. Eén van de voorgestelde maatregelen is het opheffen van de voorrang van vluchtelingen op de woningmarkt.

 

Einde-voorrangsweg

Het kabinet hoopt daarmee een aantal vliegen in één klap te slaan: vluchtelingen gaan naar alternatieve huisvesting, leegstaande gebouwen krijgen een nieuwe bestemming en de doorstroming in de sociale huursector én in de asielzoekerscentra zal verbeteren. De VVD kan zeggen dat de opvang soberder wordt, en de PvdA kan volhouden dat het rechtvaardig blijft. Maar werkt het intrekken van voorrang voor vluchtelingen op de woningmarkt wel?

Opvang

Het meest urgente probleem waarmee het kabinet geconfronteerd wordt, is de doorstroom in de asielzoekerscentra. Klaas Dijkhoff heeft een groot tekort aan opvangplaatsen. In zijn recente open brief aan asielzoekers meldt de staatssecretaris dan ook dat nieuwkomers geen hoge verwachtingen moeten koesteren. Mensen die in Nederland asiel willen aanvragen, komen eerst terecht in crisisopvang. Ze blijven daar twee of drie dagen; soms een aantal keer achter elkaar op verschillende locaties.

Ze vragen dan nog geen asiel aan, omdat de IND de groeiende instroom niet aankan. Dat gebeurt later pas; bijvoorbeeld in de noodopvang in een sporthal of een leegstaand gebouw dat geschikt gemaakt is voor tijdelijke bewoning. Daarna volgt vaak tijdelijke opvang op een locatie met woonruimte, bijvoorbeeld op een recreatiepark zoals in het Drentse Oranje, of in een regulier asielzoekerscentrum.

Schema

Capaciteit

Dat er te weinig ruimte is in de reguliere asielzoekerscentra heeft twee oorzaken: bezuiniging en doorstroming. Er zijn simpelweg te weinig plaatsen voor asielzoekers omdat het budget van het COA de afgelopen jaren sterk gekort is. Dat kon, omdat er veel minder asielzoekers binnenkwamen dan in het verleden, en het was nodig omdat de regering het begrotingstekort terug moest dringen. De overheid moet nu alleen in hoog tempo nieuwe asielzoekerscentra uit de grond stampen, wat erg duur is.

Daarnaast blijven mensen die na hun procedure een verblijfsvergunning krijgen lang in asielzoekerscentra wonen. Dat heeft te maken met doorstroming: omdat vluchtelingen geen woning vinden, kunnen ze niet uit het asielzoekerscentrum. Inmiddels is bijna de helft van de plaatsen in azc’s bezet door vluchtelingen die eigenlijk naar een woning hadden moeten verhuizen.

Urgentie

Juist om te voorkomen dat ze in een asielzoekerscentrum blijven, hebben  vluchtelingen voorrang op de woningmarkt. Als een asielzoeker een verblijfsvergunning heeft, krijgt hij of zij ook een urgentieverklaring voor de gemeente waar het COA de vluchteling wil plaatsen. Daarover maakt het COA van tevoren afspraken met gemeenten: per half jaar een planning van het aantal vluchtelingen dat elke gemeente moet opnemen. Op het moment dat iemand een vergunning krijgt, geeft COA een melding.

Gemeenten moeten na die melding binnen twaalf weken zorgen voor een woning. Dat lukt in de praktijk niet. Er zijn onvoldoende sociale huurwoningen beschikbaar op het moment dat een vluchteling een verblijfsvergunning krijgt. Op 1 augustus was de achterstand in de huisvesting van statushouders opgelopen tot boven de 18.000 mensen.

Wachtlijst

Dat vluchtelingen ondanks hun urgentieverklaring moeilijk een woning krijgen, komt doordat er meer mensen op de wachtlijst staan. Ook andere groepen krijgen voorrang: mensen die gescheiden zijn of alleenstaande moeders met kinderen, bijvoorbeeld. Daarnaast komen er in sommige gemeenten gewoon te weinig sociale huurwoningen vrij. De gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning kan lokaal oplopen tot boven de vijf jaar.

Vooral starters maken weinig kans en moeten lang wachten. Geen wonder dat veel mensen het gevoel krijgen dat ze verdrongen worden door vluchtelingen. Op dat sentiment speelt het kabinet nu in door die vluchtelingen niet langer voorrang te verlenen. Dat kan ook makkelijk, want in principe gaat het om het terugdraaien van ongelijke behandeling; zolang je alle woonruimte maar aan iedereen aanbiedt, is er juridisch niets aan de hand.

Tijdelijke woningen

Daarmee lijkt de regering het paard achter de wagen te spannen: als vluchtelingen geen voorrang meer krijgen, vinden ze immers ook geen sociale huurwoning, blijven nog meer mensen de volle asielzoekerscentra en wordt Dijkhhoffs probleem met de opvang alleen maar groter. Maar daar heeft het kabinet iets op bedacht. Met meer tijdelijke, onzelfstandige woningen kunnen vluchtelingen uit het asielzoekerscentrum verhuizen zonder dat ze naar een sociale huurwoning hoeven.

Ombouwen van verzorgingshuizen en leegstaande kantoren en het neerzetten van tijdelijke woningen levert de bouwsector opdrachten op en verruimt het krappe aanbod op de markt voor tijdelijke huisvesting, bijvoorbeeld voor jongeren. Het is bovendien een manier om de opvang van erkende vluchtelingen soberder te maken, wat de VVD graag wil om duidelijk te maken dat vluchtelingen hier niet in de watten gelegd worden.

Sociale sector

Voor mensen die al jaren op de wachtlijst staan, levert dat weinig op. Ze willen niet in containers of omgebouwde kantoren wonen en de wachtlijst zal niet veel korter worden. Vluchtelingen krijgen maar een vijfde van alle urgentieverklaringen; andere groepen krijgen veel vaker voorrang. Bovendien verandert het intrekken van urgentieverklaringen niets aan het aantal sociale huurwoningen dat vrij komt, en daar zit de bottleneck.

De SP noemt dit ‘de nieuwe woningnood’ en wil daarom meer sociale huurwoningen laten bouwen. Maar het aantal sociale huurwoningen is de afgelopen jaren niet sterk gedaald; er zijn nog ruim voldoende sociale huurwoningen voor de doelgroep. Het punt is dat huurders geen kant op kunnen. Doordat koopwoningen moeilijker te financieren zijn en er onvoldoende betaalbaar aanbod is in de vrije sector, blijven mensen in een sociale huurwoning zitten, ook als ze meer kunnen betalen.

Woningmarkt

Het probleem is dus niet alleen dat er veel meer asielzoekers binnenkomen, maar ook dat de woningmarkt in Nederland muurvast zit. Dat is te wijten aan de overheid, die zowel de sociale huursector als de koopsector jarenlang royaal subsidieerde, waardoor er geen ruim aanbod in de vrije huursector kon ontstaan. Dat wreekt zich nu: mensen met een middeninkomen blijven in hun sociale huurwoning omdat ze moeilijk kunnen verhuizen.

De sleutel ligt in het verruimen van het aanbod in de vrije huursector. Dat duurt alleen veel langer dan het bijplaatsen van containers en het snel ombouwen van lege kantoren. Een kabinet dat onder electorale druk daadkrachtig wil overkomen, kan daar niet op wachten. De voorrang voor vluchtelingen in de sociale huursector afschaffen en vluchtelingen naar goedkope, onzelfstandige woonruimte duwen is dan een electoraal en politiek aantrekkelijk compromis.

Jasper Klapwijk heeft makkelijk praten, want hij woont dankzij de hypotheekrenteaftrek in een relatief goedkope koopwoning in Amsterdam.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s